Lageren, je hoort het ons wel eens zeggen en je hebt ook wel eens LAGER op een bier zien staan. Wat is lageren en wat heeft lageren met LAGER te maken? Ten eerste heb je bovengistend en ondergistend bier. Kort door de bocht is bovengistend bier bij hogere temperaturen en bovenin een tank actief, terwijl ondergistende gisten actief zijn onderin de tank en bij lagere temperaturen zijn werk doet – Luister de vorige aflevering nog eens terug om hier alles over te leren. 

Ondergistend bier wordt dus lager genoemd in het Engels maar dit alles heeft dus niets te maken met lageren. Lageren is namelijk het rijpen van bier – vóór het verpakken.

Tijdens de vergisting ontstaan allerlei bijsmaken van het vergistingsproces, welke gist je ook gebruikt. Zo kan de smaak van boterbabbelaar, kruidnagel, groene appels of zwavel zeer prominent aanwezig zijn tijdens het vergisten of vlak erna.  Het mooie aan gist is, dat als je deze goed behandelt, de meeste van deze smaken weer worden opgeruimd. Hier moet de gist dan wel de tijd voor krijgen.

Na de hoofdvergisting wordt het bier gekoeld en daarmee start het lageren. Naast het opruimen van bijsmaakjes wordt deze periode ook gebruikt om het bier in de tank te laten uitzakken – de vaste deeltjes zakken naar de bodem, zodat je geen vaste deeltjes in je glas krijgt.

Er zijn biersoorten die uitzonderlijk kort gelagerd worden en er zijn er die lang gelagerd worden. Het allerlangst lageren bieren op houten vaten, zowel de zure varianten als de variant waarbij de smaak van het vat en de drank die er daarvoor in zat het belangrijkst zijn. Een typisch voorbeeld van een kort lagerend bier is de weizen – een bierstijl die we later behandelen in Fuck Wijn.

Voortaan als iemand een lager openmaakt weet jij te vertellen dat elk bier gelagerd is, ook een knallende tripel of hazy ipa!

We hadden het hierover tijdens deze aflevering: